De introductie van StemUp op het Vakcollege Helmond (praktijkgericht vmbo) ging eigenlijk heel soepel, constateren techniekdocent Mike Claassens, StemUp-coach Kim Koehorst en StemUp-partner Simone Steeghs een half jaar na de start van het eerste pilotproject. Het drietal ziet de komende jaren dan ook zonnig tegemoet. Het geheim? “De samenwerking geeft de doorslag.”

“We hadden al jaren de ambitie om meer technologie te betrekken bij de traditionele techniekonderdelen zoals lassen en timmeren maar het kwam maar niet van de grond”, vertelt Mike Claassens, techniekdocent op het Vakcollege Helmond. StemUp-coach Kim Koehorst haakt in: “Terwijl in het ambitieplan duidelijk naar voren kwam dat een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle onderwijsverandering eigenlijk al volop aanwezig was: ik zag een breedgedragen visie. Mike en vele van zijn collega’s zagen dat technologie in de haarvaten van onze samenleving zit, en in de toekomst nog meer zal zitten. Daarom wilden ze dat alle leerlingen, dus niet alleen de leerlingen van de richting Techniek maar ook die van Zorg & Welzijn en Economie & Ondernemen, die technologie op school leren kennen en gebruiken.”

“De schooldirectie steunde die wens bovendien en dat betekende dat er ruimte was voor pilots en professionele ontwikkeling,” neemt Claassens het stokje weer over. “De weg naar succesvol STEM-onderwijs lag dus open,” concludeert Koehorst. 

StemUp

StemUp is een leer- en ontdekprogramma voor het eerste en tweede leerjaar van het voortgezet (speciaal) onderwijs, ontwikkeld door ASML, dat jongeren wil inspireren om te kiezen voor studie en werk in Techniek & Wetenschap. Scholen worden ondersteund door een StemUp coach en kunnen momenteel kiezen uit vier ondersteunende leerprogramma’s voor het bereiken van hun STEM ambitie. 

Het ontbrekende puzzelstukje

“Het enige dat nog ontbrak was een goed leerprogramma dat aansloot bij de wensen van de school. Dat vond de school in het StemUp-aanbod van Junior IOT, en dan specifiek de onderdelen 3D-ontwerpen en 3D-printen.” Aldus Simone Steeghs, begeleider van StemUp-partner Junior IOT.

Claassens: “Met Simone heb ik vaak gesproken over de doelgroep, het instapniveau en daarbij passende didactiek en pedagogiek, maar ook over de materialen en logistieke mogelijkheden. We hebben het echt samen opgezet. Het was absoluut niet van: ‘Dit zijn de regels en daar wijken we niet van af.’ Nee, het pilotprogramma kreeg vorm door heel nauwkeurig te kijken naar onze wensen. Tijdens en na de pilot zijn we samen blijven observeren, aanpassen en evalueren.”

Zodoende is het Vakcollege Helmond bij aanvang van het schooljaar 2025-2026 alweer een paar stappen verder. De groepen zijn verkleind van dertig tot vijftien leerlingen per keer zodat er meer aandacht is voor iedere leerling. De eerstejaars en tweedejaars krijgen gedurende het schooljaar vijf keer drie dagen les in een speciaal daarvoor ingerichte StemUp Studio. De jongste groepen leren de basisbeginselen van solderen, en dit schooljaar ook 3D-ontwerpen en 3D-printen. De tweedejaars krijgen gedurende het schooljaar verdiepingslessen in 3D-ontwerpen en 3D-printen.

Kansen krijgen, talenten ontdekken

Claassens verwacht niet dat de introductie van STEM onderwijs plotseling de vervolgstudie of beroepskeuze van honderden jongens en meisjes zal beïnvloeden. Dat is ook niet de doelstelling, maakt hij duidelijk: “We sturen niet en dwingen niet. Maar iedereen moet tenminste de kans krijgen om kennis te maken met bepaalde technologie en het maakproces daarachter: alleen dan weet je of er daar misschien een talent of interesse zit. Als uiteindelijk maar een leerling bevangen wordt door de wereld van STEM, dan is dat ook goed.”

In werkelijkheid is het effect veel groter, illustreert de techniekdocent met een voorbeeld. “Leerlingen van Zorg en Welzijn konden vorig jaar een chocoladeversiering printen voor hun cupcakes. Ten eerste zie je dan de verbazing bij de leerlingen: ‘Hè, krijg je dit echt voor elkaar met niet meer dan een eenvoudig online tekenprogramma en een 3D printer?’ Daarna zien ze het resultaat en worden ze nieuwsgierig naar wat er nog meer mogelijk is. Het daagt ze uit om stil te staan bij de technologische mogelijkheden op allerlei gebieden en prikkelt hen om daar meer over na te denken.”

Duizend ideeën

Koehorst, Claassens en vele van zijn collega’s willen dat de inhoud van het StemUp-programma over een kleine twee jaar is geïntegreerd in het onderwijsaanbod. Dat gaat de goede kant op: docenten leren steeds meer over de werkwijze en hebben veel van de lessen al overgenomen van de StemUp-partner. Daarnaast groeit het STEM-onderwijs op de school doordat Claassens en Koehorst hun oren te luister leggen en hun ogen de kost geven bij andere initiatieven rond techniek. Claassens verklaart: “We werken nauw samen met het ondersteuningsprogramma Sterk Techniekonderwijs (STO) regio Helmond – De Peel. Dat geeft ons meer financiële en personele armslag. Bovendien leren we daar een heleboel over langetermijnplannen en doen we inspiratie op over best-practice scholen die innoveren met STEM onderwijs.”

“Dat juich ik alleen maar toe, de ontwikkeling van de school staat voorop,” sluit Koehorst aan. “Dus ook als Mike zegt dat hij een Techlab naar de school wil halen, help ik hem daarbij. Dan stuur ik hem met liefde een paar telefoonnummers van mensen die daar op andere scholen al mee bezig zijn.” Claassens: “Dankzij die handreiking heb ik met vier collega’s inmiddels een paar scholen bezocht, waarna ik weer terugkwam met duizend nieuwe ideeën om ons StemUp project te versterken. Die deel ik dan weer met Kim. Werken met StemUp is dus verre van werken vanuit een kant-en-klaar programma, de samenwerking geeft de doorslag. Het constante afstellen, bijstellen en delen van gedachten en visies heeft het STEM-onderwijs op onze school echt versterkt.”

Meer weten over dit project?

Bekijk meer inspiratie­­voorbeelden

Blog 1 StemUp Stories: schoolblog van Het Mondriaan College

StemUp en WICO Campus groeien samen 

Een stad van de StemUp toekomst bouw je samen — van burgerschap tot wiskunde

Scroll naar boven