STEM staat voor Science, Technology, Engineering en Mathematics. En voor onderzoeken, ontdekken en creatief naar oplossingen zoeken. Dus wat doe je als een StemUp programma perfect aansluit bij docenten en leerlingen, maar het lesrooster dwars zit? “Dan ga je aan de slag en vind je daar een oplossing voor.” Aldus Peter Nendels, roboticadocent op Campus 013, een vmbo school in Tilburg. Samen met drie collega’s maakte hij zich het gedachtegoed van StemUp partner Junior IOT eigen en geeft nu zelf ontdekkingsuurtjes vol kleur, ledlampjes en soldeerbouten. 

” ‘Mag ik nog een uur doorgaan?’, ‘Ik wil dit nog afmaken meneer!’.” Nendels noemt moeiteloos enkele reacties van leerlingen op de WVO-lessen (werkveldoriëntatie), waarin de eerste- en tweedejaars scholieren jaarlijks gedurende een periode van drie weken kennismaken met een keuzeprofiel voor de bovenbouw. Daarnaast volgen de tweedejaars scholieren zes weken lang WVO-lessen die aansluiten op het beroepsgerichte keuzevak dat zij voor de bovenbouw hebben gekozen.  

“Die respons horen we graag, want we willen de jongeren enthousiast maken voor de technische richtingen op school, waar ze momenteel relatief weinig voor kiezen.” Domien Olyslaegers, docent hout en schilderen, vult aan: “Enthousiasme kweken met zo min mogelijk introductie en instructie. Geen onderwijs, maar wel leren. Niet aan een opdracht werken, maar aan een werkje, zoals Marco het noemt.” De docent verwijst naar Marco van Schagen, de begeleider vanuit Junior IOT die naast hem zit in het soldeerlokaal/ de werkplaats.  

Vertrouwen

Nendels en Olyslaegers kijken samen met Van Schagen en StemUp coach Remco Liefting terug op de eerste ontmoetingen. “Al snel werd duidelijk dat het leerprogramma Makerspace het beste aansluit bij ons en onze leerlingen maar het reguliere aanbod paste helaas niet in ons lesrooster. Dus ga je aan de slag en vind je daar een oplossing voor,” vertelt Nendels. “We organiseerden daarom een aantal trainingsdagen, of beter gezegd inspiratiedagen, waarbij we keken naar wat mogelijk was.” Liefting: Peter, Domien en hun collega’s van het projectteam waren duidelijk energiek en op zoek naar een andere stijl van lesgeven: meer coachend en faciliterend bij het zelf ontdekken en doen van de leerlingen. De school gaf hen daar ook alle ruimte voor. Ik had er daarom alle vertrouwen in dat dit programma bij hen in goede handen zou zijn en dat ze het konden vertalen naar lessen op maat tijdens de WVO-uren.” 

Differentiëren 

Wanneer Nendels wordt gevraagd naar het maatwerk, volgt een verrassend antwoord: “Het niveau van onze leerlingen is heel divers, een flink aantal volgt de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen en een aantal zit tegen de theoretische leerweg aan. Tel daarbij op dat jongens en meisjes uit meerder klassen bij elkaar zitten tijdens de WVO momenten, en je zou verwachten dat je een uitgekiend differentiatiemodel nodig hebt om de lessen in goede banen te leiden. Het mooie echter is: de leerlingen differentiëren zélf.   

Olyslaegers: “Roept er iemand opeens ‘Hey, ik krijg paars licht!’, dan gaan de anderen vanzelf kijken hoe dat gelukt is. Dat werkt. En is heel wat anders dan de instructie ‘zoek eens uit hoe je paars licht maakt.’ We hebben geleerd die neiging om alles uit te leggen en te sturen, los te laten. Ze krijgen vrijheid. Geen druk. Niet ‘hier heb je vier ledjes met elk een andere kleur’, maar gewoon een grote zak met ledjes op tafel klaarleggen.  

Meisjes aan het werk 

Nendels: “Natuurlijk let je wel op de veiligheid, je vertelt bijvoorbeeld dat je je aan een soldeerbout kunt branden. Maar dat hoef je niet theoretisch te doen, het is niet van belang dat het 280 graden warm kan worden, dat leren ze later wel.” Van Schagen wil graag iets toevoegen: “Al doende leert men, kun je zeggen. Ik spreek liever van ‘begeleid rommelen’.” De roboticadocent knikt instemmend en vervolgt: “En dan blijkt dat iederéén leert, van alle niveaus en leeftijden, jongens én meisjes. Leuke anekdote: Zodra ik vroeg hoeveel ledjes ze op een batterijtje konden plaatsen, begonnen de jongens elkaar op te jutten. De meisjes waren ondertussen al aan de slag gegaan. “Ik heb er vijfentwintig meester!”  

Pioniers op school 

De ervaringen met het StemUp programma op zich zijn zeer positief, maar ook van grote invloed op de rest van het onderwijs op school. Nendels: “Ik kan het niet 1-op-1 overnemen in mijn reguliere lessen, gebonden als ik ben aan leerdoelen en richtlijnen. Het heeft er wel voor gezorgd dat ik erop vertrouw dat de jongeren prima ontdekkend en projectmatig kunnen leren en dat ik de condities kan scheppen om dat te stimuleren.” De nieuwe manier van werken verspreidt zich bovendien over de hele school. De docent van NASK vraagt ons of hij niet een dergelijk project kan organiseren voor de jaarlijkse flexweek van de school.”  

De docent hout en schilderen is opgestaan en komt terug met een doos met miniatuurbakstenen. “Begin gewoon maar in het klein. In mijn lessen kunnen ze met deze blokken uitvogelen welke constructies wel en niet werken. Stapels naast elkaar? Of toch overdwars? Daar hoef je niet pas achter te komen nadat vijf zware stenen op de vloer van het lokaal zijn gevallen en gebroken.”   

Elkaar aanvullen  

“Project geslaagd dus. En daarbij waren zowel Marco als Remco onmisbaar,” concludeert Olyslaegers. “De een de dromer met onbegrensde mogelijkheden, en Remco, de StemUp-coach die de nodige structuur gaf om het uiteindelijke doel – hoe zorg je ervoor dat meer leerlingen een technisch profiel kiezen? – daadwerkelijk te behalen. Hij verlangde van ons een ambitieplan. Spannend, want dat hadden we nog nooit gedaan. En heel leerzaam, je krijgt je doelen namelijk scherp voor ogen en de instrumenten in het vizier om die te bereiken. We vulden elkaar goed aan! 

Of het doel bereikt is? Vanaf 2025 kunnen we meten of meer leerlingen daadwerkelijk voor een technisch profiel kiezen, maar de voortekenen zijn gunstig: we moeten ze soms met lichte dwang het lokaal uitzetten zodat ze hun volgende klas niet missen. En als een leerling vraagt of hij een paar lampjes kan lenen omdat hij thuis met een soldeerbout aan zijn spelcomputer sleutelt, dan weet je dat je op de goede weg zit.” 

Nendels tot slot: “We willen nu graag een knutsellokaal permanent open stellen voor iedereen die heeft bewezen te kunnen solderen, 3D-printen et cetera. Zij kunnen dan met een Makerspace certificaat naar binnen. En wie hier al heeft bewezen dat ze technisch onderlegd zijn, kan op een vervolgopleiding mogelijk een vrijstelling krijgen. Maar zover is het nog niet, het is een proces. Een mooi proces richting meer inspirerend, actiever, leuker, béter onderwijs.” 

Meer weten over dit project?

Bekijk meer inspiratie­­voorbeelden

Leerlingen Fioretti College creatief en zelfredzaam

In korte tijd kun je veel leren

De toekomst in eigen handen

Scroll naar boven